Mini waterpolo

Minipolo in een notendop

Voor het minipolo wordt het principe van spelend leren gehanteerd. Het spel staat centraal, (nog) niet de vaardigheden. Die worden ‘automatisch’ geoefend in allerlei spelvormen. Hoewel de basiselementen hetzelfde zijn als bij het ‘gewone’ waterpolo, mag bij minipolo (bijna) alles. Zo is het in de jongste leeftijdsgroep toegestaan de bal met twee handen te spelen, hebben de teams geen vaste keeper en mogen de kinderen staan. De scheidsrechter (bij het minipolo ‘spelleider’ genaamd) treedt eigenlijk alleen op om het spel zo leuk mogelijk te laten verlopen. Er wordt gespeeld op verkleinde speelveldjes en met aangepast materiaal (doel, bal, speelveld) Er zijn twee leeftijdscategorieën onder de 10 jaar, waarbij voor elke categorie een aangepaste spelvorm (+ dito spelregels) geldt en de ‘lat’ steeds een tikkeltje hoger wordt gelegd.

Jeugd F (6-7 jaar)

Een zeer klein ondiep speelveld met kleine doeltjes (120 cm lang) en ploegjes van drie kinderen. De wedstrijden vinden alleen plaats in toernooivorm.

Jeugd F (8-9 jaar)

Een zeer klein diep speelveld met kleine doeltjes en ploegjes van vier kinderen. Ook hier vinden de wedstrijden plaats in toernooivorm.

Miniwaterpolotoernooien

Maandelijks wordt er een miniwaterpolotoernooi georganiseerd. Er worden geen standen bijgehouden, het gaat om het spelplezier en niet om de competitie. De toernooien duren ongeveer 2 uur. Per toernooi spelen de kinderen 5 tot 7 wedstrijdjes van 6 minuten bruto. Na afloop krijgt iedere deelnemer een aandenken.